Er zijn situaties waarin iets goeds wordt aangeboden, maar we weigeren of weigeren het aan te nemen. Zeker, we handelen in feite dwaas en tegen onszelf, maar bij nader inzien, waarom zouden we niet? Als we niet betrokken willen raken bij iets dat alleen maar persoonlijk is, waarom zou iemand ons dan dwingen om iets te doen wat we duidelijk niet willen?
Maar de werkelijkheid is anders. Onder het mom van goed, worden we vaak gedwongen om dingen te doen die we niet willen. En degenen die ons ertoe dwingen, willen misschien niet eens naar ons luisteren.
Neem bijvoorbeeld de gezondheidspreventieprogramma\’s voor werknemers. Tot nu toe werden gezondheidspreventieprogramma\’s voor werknemers op vrijwillige basis aangeboden. Bedrijven konden hun werknemers gezondheidsvoordelen bieden en grote bedrijven deden dat vaak. Dit kwam omdat grote bedrijven, in tegenstelling tot kleinere bedrijven, het zich konden veroorloven. Dus waarom zouden ze dat niet doen?
Maar toen stelde het Ministerie van Volksgezondheid voor om het verplicht te maken. Het zou alle bedrijven verplichten om gezondheidsprogramma\’s aan te bieden aan hun werknemers. De werkgeversorganisaties waren hier echter tegen. Omdat het een enorme extra last zou betekenen, vooral voor kleine en middelgrote bedrijven. Het gaat niet alleen om dergelijke bedrijven. Bedrijfsartsen werden verondersteld programma\’s te ontwikkelen om specifiek de gezondheid van hun werknemers te verbeteren, en bedrijven werden verondersteld preventieve check-ups, vaccinaties, screenings of preventieve programma\’s aan te bieden om hun levensstijl te verbeteren. Want hoe gezonder de werknemer, hoe beter het is voor de werkgever.
Na protesten moest het ministerie van Volksgezondheid uiteindelijk terugkrabbelen. Dergelijke aanbiedingen zouden vrijwillig blijven. Dit komt omdat zowel de beoefenaars als de werkgever een dergelijke verplichting niet wilden. Sommige individuen zouden ook zwaar belast worden door een dergelijke verplichting.
En het was een geluk dat het zo uitpakte. Want het was sowieso een domme beslissing. Het had verplicht moeten zijn voor bedrijven, maar niet voor hun werknemers. Waarschijnlijk om te voorkomen dat de regering het electoraat tegen zich in het harnas zou jagen.
Dus voorlopig is het business as usual. Maar minister Válek gelooft dat in ieder geval de volgende regering in staat zal zijn om het uit te voeren.
En hij hoopt dat het weer mislukt. Anders moeten ze misschien op een dag een gedwongen warming-up doen voor de fabriek, een dokter een gezond dieet laten samenstellen, controleren of ze zich eraan houden en ze vaccineren tegen wie weet wat. Het ministerie van Arbeid beveelt.
.